Ik eet bijna geen vlees. Maar soms dus wel.
Mijn uitgangspunt is duidelijk: ik wil geen dierenleed, ik wil het klimaat niet nog verder de vernieling in helpen. Maar ik ben opgevoed met vlees, met kaas, met smaken die diep in mijn geheugen gegrift staan. En eerlijk is eerlijk: ik vind het lekker.
Het is een eindeloos gevecht. Ik hou van koken, maar soms heb ik er geen zin in. Dan lonkt gebakken vis of een makkelijke maaltijd. Terwijl ik weet: ergens anders op de wereld zitten kinderen die honger hebben. Soms krijg ik daardoor geen hap meer door mijn keel.
Het nieuws helpt ook niet. Het is één en al kommer en kwel. Maar ik sluit mijn ogen niet. Ik vind het een morele plicht om mezelf op de hoogte te houden.
En dan die stroom van meningen. Het gedrag van mensen. De politiek die verdeelt. De voedselindustrie die ons keer op keer misleidt. We worden op het verkeerde been gezet, zodat we maar blijven kopen. Zodat we maar blijven slikken.
Ondertussen probeer ik vast te houden aan principes. Maar dat is zwaar. Omdat je steeds wordt gedwongen je aan te passen aan een systeem dat groter is dan jijzelf. En ik bén zelf ook een systeem, dat alleen in beweging komt door prikkels van buitenaf. Iets nieuws aanleren, jezelf opnieuw programmeren, blijkt verdomd moeilijk.
Misschien is dat wel de kern: ik wil een beter mens zijn, maar bots elke dag op mijn eigen verlangens, mijn gewoontes en de verlokkingen die overal op de loer liggen. Geen vlees eten is dan niet alleen een keuze voor dieren of klimaat. Het is vooral een gevecht met mezelf.
Reacties
Een reactie posten